Het strand
Zo hè hè we zijnop het strand
ga de zee maar in
je bent uit de auto
(k) hoi hoi
ik ben net 4
en ik mag de zee in
(p) niet te ver, ho
(k) nou zeg
ik wil de zee in
(k) papa mijn schoenen
worden nat
(p) geeft niet
(k) wat is dat voor
een dier
(p) 1 die in zee
leeft
blijf er maar af
(k) oké doei
lelijke kwal
(p) toen vroeg papa
hoe ken jij dat woord?
(k) zo noem jij iemand van televisie weleens
(p) oh oeps
dat is
dan stout
van papa
(k) wat is dat
water golvend
zeg
ik word helemaal nat
(p) dat hoort
erbij
net als water
in een bad
maar hier loopt
het niet weg
31-01-2017
©Jelle Schunselaar
De strandslenteraar
De strandslenteraardie elke dag
rondslenterde
over het strand
keek naar
het kind
dat hier
nog niet eerder kwam
en hij zei tegen
haar vader
lekker weertje hè?
ja zei papa
die nauwelijks
kon reageren
want hij moest
letten op
zijn kind
nog wat
gevonden?
vroeg hij
aan de strandslenteraar
ja een stuk
hout en
een paar schoenen
papa waar zijn
mijn schoenen?
ze stonden
hier net nog
31-01-2017
©Jelle Schunselaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten